-
1 économique
économique [eekonnommiek]2 zuinig ⇒ economisch, spaarzaam, kostenbesparend♦voorbeelden:économiquement parlant • uit een economisch oogpunt gezienadj1) economisch2) zuinig, kostenbesparend -
2 micro-economics
micro-economie (economische verschijnselen op peil van individuele koper en bedrijf) -
3 microeconomic
adj. Microeconomisch (van microeconomie- economische verschijnselen bij consument -
4 l' économique
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский